Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Havens en Sport
Kruimelpad
De nieuwe Antwerpse bouwcode: minder regels, meer duidelijkheid / Reactie Doorbraak
Mocht ‘de waarheid geweld aandoen’ en ‘de bal misslaan’ een Olympische discipline zijn, zou Lode Goukens de kampioen der kampioenen zijn. Zijn opiniebijdrage over de nieuwe bouwcode in Antwerpen blijkt vooral gebouwd – pun intended – op losse, inhoudsloze flodders, reageert Annick De Ridder (N-VA schepen Ruimtelijke Ordening Antwerpen) in deze vrije tribune;
De aanpassing van de bouwcode waarvan we dit voorjaar het voorontwerp goedkeurden was broodnodig, want de vorige dateerde van 2006. Sindsdien is de wereld grondig veranderd. De ambitie om de bouwcode grondig te vernieuwen werd trouwens opgenomen in het bestuursakkoord.
We snoeien in de nieuwe bouwcode de wildgroei aan regeltjes die door de jaren heen is gegroeid. Deze nieuwe bouwcode is er een met minder regels en met meer duidelijkheid. En vooral: deze nieuwe bouwcode schenkt meer vertrouwen in wie in Antwerpen wil investeren. Daarmee bedoelen we iedereen, van burgers tot bedrijven.
Bevolkingsgroei slim opvangen
Volgens Goukens belooft de nieuwe bouwcode wel ‘vereenvoudiging, maar levert ze vooral meer bemoeienis en onduidelijkheid op. Stokpaardjes als klimaat, ontharding of inbreiding lijken belangrijker dan bouwreglementen rond veiligheid of erfgoed’.
Nu moet u mij wel eens vertellen waar de onduidelijkheid zit. Het is nochtans vrij eenduidig. We verwachten een stevige bevolkingsgroei de komende jaren. Die moet slim opgevangen worden. Liefst doordacht in de hoogte, rond stations en op grote percelen in brede straten bijvoorbeeld. Zo kunnen we ‘op het maaiveld’ meer bomen, park, open ruimte en speelgelegenheid voorzien.
In ruil voor de bijkomende verdichting zet de stad in op ontharding – minder beton of asfalt – en vergroening. Meneer Goukens noemt dat in zijn opiniebijdrage ‘newspeak’ vanuit de Vlaamse regering. ‘Uit de koker van het kabinet van minister van Omgeving Zuhal Demir.’ Ik noem dat vooral gezond verstand.
Hoger bouwen, meer openbaar groen
Maar goed, even terug naar de essentie. Hoger kunnen bouwen heeft natuurlijk wel een impact op de waarde van een perceel. Bouwheren leveren hiervoor een faire bijdrage aan een nieuw stadsgroenfonds. Dat stadsgroenfonds zal dan samen met overheidsmiddelen ingezet worden voor ontharding, aankoop van groenzones en bijkomende vergroening. Dat deden we als stadsbestuur deze legislatuur bijvoorbeeld met de aankoop van het Ferrarisbos in Wilrijk. Lode Goukens noemt dat ‘aflatenhandel’. Ik noem dat vooral gezond verstand en een goed financieel gezond beleid.
De nieuwe bouwcode heeft aandacht voor vergroening. Meer openbaar groen, maar ook voor verblauwing; een slimme omgang met water. Goukens mag dat labelen als ‘bemoeienis’. Ik noem dat eerder gezonde bekommernis om het heil van de stad en haar bewoners.
Uiteraard moet ‘verdichting’ gepaard gaan met respect voor de omwonenden en met de nodige aandacht voor ruimtelijke veiligheid. Anders gezegd: hoe je de openbare ruimte op de meest veilige manier invult, of hoe die openbare ruimte het grootst mogelijke veiligheidsgevoel garandeert. Waar Goukens’ uitspraak “’belangrijker dan bouwreglementen rond veiligheid of erfgoed’ op slaat, mag Joost weten.
Erfgoed een tweede leven geven
Over dat erfgoed gesproken. Hier ligt de focus op het mogelijk maken van een tweede leven, de herbestemming. Die is de grootste garantie voor een lang leven. Erfgoed bescherm je door het functioneel te houden, want dan blijft het onderhouden. Het alternatief is leegstand, met uiteindelijk hoog oplopende kosten.
Nu primeert bij erfgoed het behoud van het interieur boven alle andere voorschriften. Zo is het vandaag zeer moeilijk om een lift te plaatsen in een gebouw met historische vloerbalken of keldergewelven, waardoor dat gebouw niet integraal toegankelijk kan worden gemaakt.
Daardoor is het dus onbruikbaar voor publieke doeleinden. De renovatie van het stadhuis is een goed voorbeeld van hoe je moet ‘snoeien om te bloeien’. We hebben de ruimtes in het historische dak gerenoveerd en zo het Verlicht Verdiep gecreëerd. Zo kan het stadhuis als erfgoed blijven leven.
Pragmatiek
Strenge erfgoedregels maken bijvoorbeeld ook isoleren moeilijk. Hier vragen we dus om een grotere pragmatiek. We werken sowieso obstakels weg die isolatie van huizen bemoeilijken, door isolatie voorrang te geven op de soms wat strenge harmonieregel/’buurtzichten’/erfgoedregels uit het verleden.
In dezelfde pragmatische context zien we ook de vergroening die bewoners zelf kunnen doen. Maak je je oprit waterdoorlatend, plant je bomen aan, vang je regenwater op of vergroen je je gevel? Dan mag je in ruil meer terras aanleggen als je wil. Wil je je voortuin ontharden door een karrespoor te voorzien in ruil voor een groter terras of tuinberging in de achtertuin, dan kan dat.
Een extra carport in ruil voor vergroening van bestaande platte daken, wat nu niet verplicht is? Hetzelfde! Wie meer wil verharden, kan dus gebruikmaken van de groenblauwe compensatiemogelijkheden. Minder regels, meer vertrouwen. Ook hier lijkt mij dit allemaal getuigen van beleid gestoeld op gezond verstand.
Betaalbaar wonen
De nieuwe bouwcode focust naast al het bovenstaande ook op betaalbare woonvormen. We garanderen kwaliteit door minimale oppervlaktenormen voor appartementen op te nemen in de bouwcode. We leggen die minima realistisch vast, omdat dit anders druk zet op het betaalbaar wonen. Ook beschermen we de eengezinswoning tegen opdeling en verplichten we een gezonde mix van het woonaanbod (woningtypes- en grootte).
Waar we met deze nieuwe bouwcode ‘nadelig zijn voor kleine bouwers of verbouwers’ zoals meneer Goukens beweert? Ik zie het oprecht niet. We gaan net voor een gezonde woonmix. Deze regels werden trouwens al jarenlang toegepast via de zogenaamde bgo’s: beleidsmatig gewenste ontwikkelingen.
Kotmadam
Hospitawonen (op kot gaan) wordt bijvoorbeeld mogelijk in ééngezinswoningen. Het ‘kotmadamprincipe’, zeg maar. We stellen een maximum van twee studenten per eengezinswoning in. We hebben ook aandacht voor nieuwe trends die vooral bij jongeren of starters populair zijn: zoals woningdelen of co-living. Samenhuizen wordt dus mogelijk gemaakt.
Van woningdelen (small) en co-living (medium) gaat het richting co-housing (large). Zo zal er duurzaam samengeleefd kunnen worden in een eengezinswoning, bijvoorbeeld door twee jonge koppels. Ook grotere co-livingprojecten worden gefaciliteerd, weliswaar onder bepaalde voorwaarden zodat kwaliteit wordt gegarandeerd. En wat dan met de auto hoor ik u denken? De focus blijft liggen op parkeren op eigen terrein. Dat geldt zowel voor fiets als auto. We faciliteren ook buurtparkings en het meervoudig gebruik van parkings.
Winkelen en bedrijvigheid in de stad
Antwerpen is een stad van ondernemers, kleinschalig en groot. Voor hen voeren we een ondernemersvriendelijk beleid. Binnen haar detailhandelsbeleid streeft de stad naar sterke en compacte kernwinkelgebieden. De aangepaste voorschriften voor deze gebieden wordt nu in e bouwcode opgenomen en aldus verankerd. Deze nieuwe bouwcode zorgt kortom voor het behoud van onze huidige economische ruimte, zodat bedrijven ook in de toekomst zich in de stad kunnen komen vestigen. Ook hier slaat meneer Goukens de bal dus volledig mis.
Van 47 naar 33 artikels zijn we geëvolueerd. Dat levert een nieuwe bouwcode met minder regels, meer duidelijkheid en vooral ook meer vertrouwen op. Minder regels, maar meer eigentijdse thema’s. De wereld is immers veranderd, denk aan economie, klimaat en energie bijvoorbeeld. Slim omgaan met de ruimte die er is, daar draait het om.